Stoffen zijn gevaarlijk als ze bepaalde eigenschappen hebben. Zij kunnen dan schade toebrengen aan mens en milieu bij gebruik, vervoer of opslag. Zij zijn bijvoorbeeld brandbaar, giftig, bijtend of een combinatie daarvan.
Gevarenklassen
In het vervoer kennen we negen gevarenklassen. Gevaarlijke stoffen kunnen dan worden herkend aan etiketten en borden op verpakkingen, containers en wagens. Klasse 1 is als enige verdeeld in subklassen.
Op het uitgereikte zakkaartje (indien nog niet ontvangen, dan verkrijgbaar bij QHSE) staat aangegeven welke gevaaretiketten bij de verschillende gevarenklassen horen.
De symbolen van het GHS-systeem, inclusief de P- en H- zinnen worden in het vervoer niet toegepast. Zij zijn daarom in de toolbox niet besproken.
Het grootste gevaar tijdens het vervoer schuilt in het vrijkomen van product uit de veilige omsluiting (ook wel loss of containment, LOC) genoemd. Een spoorwagen kan grote volumes aan lading vervoeren en als die ineens vrij komt, kan dat grote gevolgen hebben. Bijvoorbeeld bij een ongeval. Er zijn veel maatregelen genomen om zoiets te voorkomen en de kans dat eeen ernstig ongeval plaats vindt is dan ook klein. Maar als het gebeurd kunnen de gevolgen enorm zijn. Blootstelling aan gevaarlijke stoffen kan gevaarlijk zijn voor de gezondheid.
Blootstellingsgevaar en gevolgen
Blootstelling aan gevaarlijke stoffen kan door:
De ernst van de gevolge van blootstelling hangt af van:
Let op: er zijn ook stoffen die pas na een hele lange tijd effect kunnen hebben. Dit is bijvoorbeeld het geval bij asbest of bepaalde oplosmiddelen.
Risico's bij spoorvervoer
In het kader van een risicobeoordeling heeft ProRail een aanvullende RI&E opgesteld, waarin het vrijkomen van product centraal staat. Dit is gedaan door scenario's, die zouden kunnen optreden, uit te werken.
Om de risico's te beheersen zijn preventieve en repressieve maatregelen genomen. Preventieve maatregelen zijn er op gericht om de scenario's uit de onderste rij te voorkomen. Deze gaan vaak over technische (beveiligings-)systemen, zichtbaarheid van seinen, conflictvrij plannen van rijwegen, vakmanschap van personeel, eisen aan materieel etc.
De repressieve maatregelen zijn er op gericht de ernst van de gevolgen zoveel mogelijk te bestrijden (de bovenste rij). Bijvoorbeeld door te blussen, schuimdekens te leggen of een gebied te evacueren.
Beheersmaatregelen zijn opgenomen in de veiligheidsmanagementsystemen van de infrabeheerder en van de spooorwegondernemingen. Een belangrijk onderdeel hier van is de risico inventarisatie & evaluatie (RI&E):
De verdiepende en aanvullende RI&E's gaan ook over de veiligheid van betrokken personen (Arbobesluit). De RI&E's maken onderdeel uit van de veiligheidsorganisatie van de bedrijven.
De veiligheidsorganisaties van de infrabeheerder en de spoorwegondernemingen zijn er op gericht de preventieve en repressieve beheersmaatregelen te borgen. De organisaties moeten goed op elkaar aansluiten. Samenwerking is belangrijk om de risico's zo goed mogelijk te beheersen.
Tot het Veiligheids- en Milieumanagementsysteem horen bepaalde veiligheidsinstructies: huisregels, Veilig Toegang Tot het Spoor (VTOS), Normenkader Veilig Werken (NVW), Digitaal VeiligheidsPaspoort (DVP). Daarnaast zijn er nog een paar specifieke onderdelen
Bedrijfsnoodplan emplacement
Het bedrijfsnoodplan voor een emplacement bestaat uit vier onderdelen:
Calamiteitenorganisatie
De calamiteitenorganisatie maakt deel uit van ProRail Verkeersleiding. Sleutelrollen zijn er voor:
Alarmering en ontruiming
Op emplacement Kijfhoek en op de emplacementen in de Rotterdamse havens is een alarmeringssysteem met semafoons actief. Daarmee kunnen werknemers, in geval van een calamiteit met gevaarlijke stoffen, een ontruimingsbevel ontvangen. Op andere emplacementen loopt dit via de Treindienstleider.
Het veiligheidsmanagementsysteem bevat een aantal specifieke procedures. Die borgen onder andere de onderstaande zaken.
Gevaarsidentificatie
Wagens met gevaarlijke stoffen zijn altijd voorzien van gevaaretiketten en - in geval van vervoer in bulk - oranje borden. Het is dus altijd gemakkelijk te bepalen wat er in een wagen zit. Met het zakkaartje gevaarlijke stoffen kan snel worden opgezocht wat de gevaren zijn. Deze gegevens staan ook op de wagenlijst en de vervoersdocumenten van de trein.
BLEVE-vrij rijden
Een BLEVE is een explosie die ontstaat doordat een gevaarlijke stof gaat koken, bijvoorbeeld als een tank in een plasbrand staat. Door de hitte ontstaat een grote hoeveelheid damp onder hoge druk. De tank zal daardoor bezwijken, waarna de inhoud ineens ontbrandt, ofwel explodeert. De schade aan de omgeving is dan zeer groot. Goederentreinen worden in Nederland zo geladen dat de kans op een BLEVE bij een calamiteit zo klein mogelijk is. Bijvoorbeeld door ketelwagens of containers met brandbare gassen niet direct achter elkaar in een trein te plaatsen.
Regelingen voor opleiding
Machinisten, rangeerders, wagencontroleurs en walpersoneel zijn opgeleid om te werken volgens de wettelijke voorschriften en de voorschriften uit het veiligheidsmanagementsysteem van het bedrijf.
Beveiligingsplan
Een beveiligingsplan wordt toegepast om te voorkomen dat gevaarlijke stoffen in treinen worden gebruikt voor terroristische doeleinden. Belangrijke risico's zijn het manipulatie van wagens en lading en het vrijkomen van product. Daarom bevat het beveiligingsplan bijvoorbeeld een 'parkeerregeling', waarbij wagens met gevaarlijke stoffen regelmatig worden gecontroleerd tijdens overstaan.
Beschikbaarheid van informatie
Door verschillende informatiesystemen en het beschikbaar hebben van wagenlijsten en vrachtbrieven bestaat voortdurend inzicht in waar welke gevaarlijke stoffen bevinden.
Denk aan je eigen veiligheid en neem geen risico!
Onregelmatigheden herkennen:
Vuistregels bij onregelmatigheden:
Valkuilen:
In de praktijk komt het wel eens voor dat er een onregelmatigheid lijkt te zijn, maar dit niet zo is. Bijvoorbeeld als:
Scan de volgende code met de app om deze toolbox te bekijken.