test
V&G Themasessie
 >  CROW-400

Met ingang van 1 januari 2019 is formeel een nieuwe norm actief t.b.v. het werken in verontreinigde (water)bodem:


Nieuwe CROW-400 vervangt 2 oude normen:

• CROW-132 werken in verontreinigde grond
• CROW-307: kabels & leidingen in verontreinigde bodem



Waarom een nieuwe norm?

1)

In oude norm was bepaling V&G risico’s direct gekoppeld aan interventiewaarde
vanuit milieuwetgeving. Uit “voortschrijdend inzicht” is discussie ontstaan over de
harde koppeling tussen de effecten van verontreinigde stoffen op het milieu en de
effecten van diezelfde stoffen op de mens.


Bijvoorbeeld voor een groot aantal niet-vluchtige stoffen geldt dat de risico’s voor de
menselijke gezondheid veel minder groot zijn dan de risico’s voor het milieu. Daardoor
werden gezondheidsrisico’s in de oude norm overschat.


2)

Bij het besluit om de CROW-132 geheel opnieuw te schrijven heeft
men tevens geconcludeerd dat ook de naastliggende norm CROW-
307 (K&L) aangepast moest worden en is besloten beide samen te
voegen tot 1 nieuwe norm.



Nieuwe norm, nieuwe insteek


Oude normen:

• Sterk voorschrijvend. Categorie vervuiling schreef de beheersmaatregelen voor.
• T&F klasse – systeem (T= Toxiciteit, F=Fire, brandbaarheid, explosiegevaar)

Nieuwe norm:

De nieuwe CROW-400 norm is minder voortschrijvend, meer risicogestuurd.


• Andere classificatie. Geen onderscheid meer tussen T&F. Basisklasse is vervallen.
• Nieuw is de Humane Ernstige Risicowaarde voor niet-vluchtige stoffen (SRC human en SRC Arbo).
• Hierdoor gelden andere (hogere) concentraties dan in het verleden, bijv. voor zware metalen.
• Onderscheid tussen vluchtige en niet-vluchtige stoffen, o.a. vanwege lichaamsopname
• Veiligheidskundige bepaalt (onderbouwd) welke beheersmaatregelen nodig zijn.

Bodemverontreiniging in de railinfra?


Wat doen wij in geval van bodemverontreiniging?


• Sinds kort beoordeelt QHSE reeds in tenderfase eventuele bodemonderzoeken en doet eerste inschatting van risico en maatregelen (budget);
• Tijdens voorbereiding wordt door QHSE adhv vervuiling een PvA opgesteld en vastgelegd in deel V&G plan uitvoeringsfase.
• In dit plan o.a. een bepaling veiligheidsklasse, projectspecifieke risico’s en beheersmaatregelen.

  • Bepaling veiligheidsklassen vindt plaats door input bodemonderzoeken toe te passen in een rekenmodule.
  • Elke stof heeft een interventiewaarde (max. toelaatbare waarde)

stoffenlijst-met-toetswaarden,-overzicht-180117.pdf

Wat doen wij in geval van bodemverontreiniging? (3)


Voorbeelden van beheersmaatregelen:
• Decontaminatie unit
• Overdrukcabines materieel
• Ademlucht bescherming
• Instructie & toezicht door DLP / VHK
• Meetstrategie

Eisen aan personeel:

• Uitvoerend personeel: medische keuring bodemsanering, type A,B of C
• DLP: Gecertificeerd Deskundig Leidinggevende Projecten. In bepaalde gevallen DLP-R (juiste kennis voor juiste situatie),     medische keuring bodemsanering, type A,B, of C
• VK: gecertificeerd Middelbaar of Hoger Veiligheidskundige. Onafhankelijk en standvastig.

Last but not least:

• Bodemonderzoeken zijn altijd momentopnames, nooit volledig.
• Het kan dus voorkomen dat je tijdens graafwerkzaamheden toch op een verontreiniging stuit.
• Bij waarneming van een sterke penetrante geur of verkleuring van de bodem informer je de uitvoerder. Die legt het werk     stil en escaleert naar QHSE.
• Samen bepalen we vervolgens de vervolgstrategie.

Last but not least (2):

• Verantwoordelijkheid opdrachtgever is veranderd.
• OG moet onderzoek doen en info verschaffen over de samenstelling van de grond en eventuele aanwezigheid
​​​​​​​   verontreinigingen.
• Als er plotseling toch een gevaarlijke stof wordt aangetroffen is dat niet automatisch een probleem van de aannemer!


Scan de volgende code met de app om deze toolbox te bekijken.